Bas is 9 jaar en wordt verwezen door de kinderarts in verband met onbegrepen, chronische buikpijn- en hoofdpijnklachten. De kinderarts vermoedt dat er een verband is met zijn hoogbegaafdheid.

Bas komt samen met zijn beide ouders naar de praktijk. Hij maakt vriendelijk en opgewekt contact en ziet er guitig uit met zijn rode haar en sproetjes. Zijn gezicht betrekt echter als hij vertelt waar hij voor komt: hij voelt zich steeds niet lekker en is nu ook alweer een paar dagen thuis van school. Op school vindt hij het niet zo leuk, hij heeft erg veel moeite met rekenen en soms met begrijpend lezen. Hij voelt zich vaak dom op school, andere kinderen kunnen het werk veel beter. Tijdens het werken krijgt hij vaak buikpijn en mag dan even de klas uit ‘als het hem teveel is’. Daar maakt hij elke dag gebruik van.

Ouders vertellen dat Bas een hoogbegaafde jongen is. Hij wil het graag goed doen op school, maar presteert niet naar verwachting. Het valt ouders op dat Bas in de vakanties veel opgewekter is.
Bas is eind groep 2 naar deze school met voltijds hoogbegaafdheidsonderwijs gegaan. Moeder is leerkracht en herkende kenmerken van hoogbegaafdheid bij Bas, zoals zijn uitbundige en pittige karakter en zijn behoefte aan dingen meemaken. Bas zoekt graag prikkels op, houdt van gevaarlijk geklauter en spannende films. Uit de WPPSI kwam een totaal IQ van 132, en ouders besloten hem over te laten stappen naar deze school. Het eerste jaar vond Bas het wel leuk op school, maar zijn plezier neemt steeds meer af. Bas heeft niet echt een vast vriendje in de klas, vaak gaan er toch wat dingen mis in het contact. Ouders vertellen dat Bas vol ideeën zit, en dan niet altijd goed afstemt op wat de ander wil.

We spreken af om psychiatrisch onderzoek te doen. Daarvoor zal ik een spelcontact met Bas doen, zijn ouders spreken over zijn ontwikkeling, zijn leerkracht spreken over zijn functioneren in de klas en het intelligentieonderzoek lezen.

Tijdens het spelcontact vertelt Bas over zijn hobby’s; hij zit op voetbal, houdt van hutten bouwen, speelt games en houdt van met zijn hond stoeien. Hij zou het liefst nooit naar school gaan, want hij vindt het werken niet leuk en de kinderen op school eigenlijk ook niet. Er wordt op school veel op hem gemopperd omdat hij vaak geluidjes maakt. Andere kinderen vinden dat vervelend en dan probeert hij het een tijdje niet te doen. Tijdens het spelen maakt Bas ook veel geluidjes. Hij schraapt zijn keel, doet kuchjes, klakt zijn tong en af en toe tikt hij mij of de poppetjes aan. Het voelt alsof dat even moet, vertelt hij, anders voelt het niet prettig. Ook moet hij dingen die hij met 1 hand aanraakt vaak nog even met de andere hand aanraken. Hij doet dat niet om rampen te voorkomen.
Bas is gezellig in het spel, maar hij is ook wat dominant, spreekt hard, en is impulsief. Hij beweegt veel. Het spel verandert vaak van richting. Bas heeft grappige invallen, maar houdt de lijn van zijn verhaal niet vast en werkt het niet uit. Het spel blijft vluchtig en wat oppervlakkig. Bas maakt goed oogcontact, en op momenten dat hij wat rustiger is, bijvoorbeeld tijdens gesprek, is er sprake van wederkerigheid en van contactgroei. Zijn taalgebruik is als een gemiddelde 9- jarige. Het lukt niet om tot de diepgang te komen die vaak bij hoogbegaafde kinderen te zien is.

Er is bij niemand in de familie een psychiatrische diagnose gesteld.

In een gesprek met de leerkracht vertelt zij dat er zorgen zijn om Bas. Hij denkt snel dat hij iets niet kan en presteert ook onder de verwachtingen. Bas heeft veel extra uitleg nodig met rekenen en met groepsgesprekken doet hij niet echt mee. Hij heeft weinig aansluiting in de klas, al is het een heel aardig jongetje. Dat lijkt te komen doordat hij te impulsief is in spel, en geen geduld heeft voor het uitgebreide spel van de andere kinderen. Hij kan ook soms in korte tijd erg boos worden, dit lijkt hem te overkomen. Als er dingen mis gaan kan hij niet zoveel vertellen over wat er gebeurde. Tijdens het werken klaagt Bas over buikpijn en hoofdpijn, en hij blijft regelmatig een paar dagen thuis. De leerkracht denkt dat Bas zo het werken, misschien onbewust, probeert te vermijden. Er is al veel geprobeerd, het is niet duidelijk waarom Bas het zo moeilijk heeft op school.

Uit het opgevraagde intelligentieonderzoek blijkt dat er op kleuterleeftijd sprake was van een ontwikkelingsvoorsprong, maar alleen op taalgebied en met name op woordenschat. De andere scores waren in het gemiddelde gebied. Er is een lager uitgevallen subtest niet meegerekend en vervangen om het totaal IQ te berekenen.

We besluiten om nogmaals intelligentieonderzoek te doen, deze keer wordt de WISC-V afgenomen. Bas vindt het prettig dat de opgaven makkelijk beginnen en heeft plezier in het onderzoek. Hij zet goed door als het moeilijker wordt. Uit het onderzoek blijkt dat Bas nog altijd sterk is op het gebied van taal. Zijn verbale begripsindex is 122, de anderen indexen komen gemiddeld uit. Vanwege het grote verschil berekenen we geen totaal IQ.

Met ouders en school wordt besproken dat Bas een hooggemiddeld intelligente jongen is. De eerdere ontwikkelingsvoorsprong op verbaal vlak is er nog steeds, maar zoals dat wel vaker gaat is deze wat minder groot dan op kleuterleeftijd. Gezien de andere indexen en gezien de persoonlijkheid en interesses past het hoogbegaafdheidsonderwijs niet zo goed bij Bas. Hij heeft weinig aansluiting bij zijn klasgenoten en heeft het gevoel te falen tijdens het werken. Het is aannemelijk dat de lichamelijke klachten hiermee verband houden, zeker omdat Bas hier tijdens vakanties geen last van heeft.
De tics zijn in een duur en mate aanwezig dat gesproken kan worden van het syndroom van Gilles de la Tourette. Mogelijk passen de impulsiviteit, behoefte aan spanning en het pittige en sprankelende karakter van Bas hier ook bij.
Ouders besluiten om voor Bas op zoek te gaan naar een leuke reguliere basisschool in de buurt. Het is belangrijk dat de nieuwe school uitleg krijgt over Gilles de la Tourette en over de discrepanties in het intelligentieonderzoek.

Word donateur!

Het LKPHB is een stichting en kent deelnemende instellingen en donateurs.

Met het opzetten en uitbouwen van dit kennisnetwerk zijn verschillende kosten gemoeid. Daarnaast willen we investeren in het specifieke (kennis)aanbod op deze website en in wetenschappelijk onderzoek naar psychiatrie en hoogbegaafdheid. Alle verdiensten komen enkel ten goede aan de missie van de stichting. Het kennisnetwerk beschikt over een ANBI-status.

Wilt u dit kennisnetwerk financiëel steunen, dan kunt u dit kenbaar maken via info@kennisnetwerkphb.nl.


Ook kunt u direct uw donatie overmaken op
IBAN-nummer NL09 RABO 0368 2272 19 ten name van Stichting Landelijk Kennisnetwerk Psychiatrie en Hoogbegaafdheid