Hanneke Kerkhof is bedrijfsarts bij HumanCapitalCare bv en gespecialiseerd in neurodiversiteit en psychiatrie. Zij voert samen met een gespecialiseerd arbeidsdeskundige tweedelijnszorg uit op dit gebied voor medewerkers van klanten van HumanCapitalCare. Ze geeft nascholingen aan arbo professionals op het gebied van neurodiversiteit, waaronder hoogbegaafdheid. Daarnaast is zij tezamen met Prof. Sander Begeer initiatiefneemster van het onderzoeksconsortium AutismeNetWerkt. Zelf kwam zij er op latere leeftijd achter dat ze hoogbegaafd is en is ze moeder in een gezin met allemaal neurodivergente breinen.
Hanneke, hoe ben je beroepsmatig bij de doelgroep neurodivergenten, dus ook hoogbegaafden, uitgekomen?
Dat kwam door mijn eigen gezinssituatie waar autisme en hoogbegaafdheid in voorkwamen. In het contact met medewerkers ging ik het zodoende steeds meer zien. Daarnaast zag ik bij een organisatie waar ik als bedrijfsarts werkte bovenmatig veel mensen met een neurodivergent brein terug in het verzuim. Verzuim wat voorkomen had kunnen worden. Daar wilde ik iets aan doen! Vervolgens werden neurodiversiteit, psychiatrie en inclusiviteit mijn aandachtsgebied.
Ik ben in 2017 vanuit een functie als medisch adviseur overgestapt naar de bedrijfsgeneeskunde. Je krijgt basale scholing op het gebied van autisme en ADHD in de basisopleiding tot arts en dat was het dan. Gelukkig is dat aan het veranderen. Ik heb mijn kennis verder als autodidact opgedaan en heb steeds geïnvesteerd om mijn kennis te verbreden door o.a. nascholingen op te zoeken buiten mijn eigen vakgebied en door stages te lopen.
Je hebt dus vooral te maken met ziekteverzuim. Waarin verschillen hoogbegaafden van niet-hoogbegaafden als zij uitvallen?
Er zijn geen cijfers bekend over het verzuim onder hoogbegaafden. We kunnen verzuim onder deze groep mensen ook niet coderen, het is immers geen ziekte. Echter speelt het wel zeker een rol in het verzuim en het herstel. Ik denk dat er kansen worden gemist door geen aandacht te besteden aan de hoogbegaafdheid.
Mensen benoemen het vaak ook niet op het spreekuur uit zichzelf. En er is een grote groep die niet weet van zichzelf dat er sprake is van hoogbegaafdheid. Vroeger werd er, zeker bij kinderen, nog minder aandacht besteed aan hoogbegaafdheid dan nu.
Ik voer zelf geen diagnostiek naar hoogbegaafdheid uit, dat is ook niet nodig en wenselijk. Je kan denk ik wel rode vlaggen eruit halen om te zien of er wellicht onderliggende factoren een rol spelen bij het verzuim. Zijn er al diverse gefaalde behandelingen geweest in de GGZ? Was er al op jonge leeftijd sprake van problemen op school, in relaties of het gezin? Voelde iemand zich altijd al anders? Wat komt er in de familie voor? Arbo professionals zijn er niet voor diagnostiek in mijn ogen. Je kan het wel bespreekbaar maken door terug te geven wat je opvalt in iemands verhaal en gedrag en een bewustwordingsproces in gang helpen zetten.
Juist vanwege hun cognitieve capaciteiten, zie je dat hoogbegaafden lang kunnen compenseren. Tegelijkertijd gaan hoogbegaafden relatief bezien juist daardoor vaak harder onderuit als het eenmaal niet meer lukt om te compenseren. Wat ik dan tegenkom zijn depressies, verveling, jobhoppers die teleurgesteld zijn omdat het werk hen onvoldoende past of er te weinig voldoening uit kunnen halen. Ook angsten, stress en spanning komen regelmatig voor. Als laatste zie ik conflictsituaties die opbreken of uitval door pestgedrag op de werkvloer.
Soms gebeurt het ook dat het juist lange tijd prima gaat, totdat de hoogbegaafde in een leidinggevende positie wordt gezet omdat die zijn werk zo goed doet, maar het takenpakket dan dusdanig wijzigt dat het minder energie gevend is. En er is een groep die ik in het geheel niet zie, want met veel mensen gaat het natuurlijk gewoon ook goed!
Wat mij opvalt is dat mensen die van zichzelf weten dat ze hoogbegaafd zijn, zich vaak nog niet bewust zijn van wat dat voor hen betekent als ze met fysieke beperkingen te maken krijgen. Doordat ze dan bijvoorbeeld energieverlies hebben of hun bewegingsvrijheid minder is, vervallen er energiebronnen zoals werk. Deze wegvallende energiebronnen kunnen sneller of meer problemen geven dan bij iemand die niet hoogbegaafd is.
De groep die niet weet dat ze hoogbegaafd is, lijkt eerder vast te lopen, omdat ze hun behoeftes en valkuilen vaak minder goed kennen. Natuurlijk is dat niet altijd zo, dit is een algemeen beeld wat ik vaak zie.
En dan heb je nog een groep die te lang wacht met op de rem trappen. Deze groep kan op mentale kracht heel lang door, totdat hun lijf echt volledig uitgeput is geraakt en ze gewoonweg niet meer verder kúnnen.
Tenslotte zijn er ook wel degelijk hoogbegaafden die zelfstandig aan hun herstel werken. Dat zijn degenen die van jongs af aan gestimuleerd zijn zich te ontwikkelen, te leren en te groeien. Zij hebben geleerd hoe zij tools tot gezond functioneren kunnen inzetten. Zij vragen vaak ook sneller om hulp en zijn dan korter in het verzuim.
Wat doe je als zich een (vermoedelijk) hoogbegaafde bij jou meldt?
Vaak hebben hoogbegaafden zelf al veel geprobeerd voordat ze hulp zoeken. Ik kijk met de medewerkers waar de problemen liggen, zowel in werk als privé en wat ze al gedaan hebben om tot oplossingen te komen. Ook kijk je naar wat tot nu toe juist helpend is geweest. Als de probleemdefinitie helder is, kan je met elkaar gaan kijken wat er nodig is om tot verder herstel te komen.
Ik denk dat werk of weer gaan werken voor hoogbegaafden belangrijk is. Maar dan moet je wel werk hebben dat energie geeft, in plaats van opzuigt. Actief blijven is extra belangrijk voor deze groep, juist omdat hoogbegaafden drijven op cognitieve uitdaging, complexiteit en creativiteit.
Je kan aan meerdere manieren denken om iemand weer te laten floreren. Dat is wel maatwerk. Want de één heeft meerdere taken of verschillende projecten nodig, de ander gedijt juist goed op het inkorten of versnellen van taken zodat er op een ander onderwerp de diepte in gegaan kan worden. Vaak is het inschakelen van een coach of arbeidsdeskundige nuttig om iemand te begeleiden in het herstel. Jobcarving kan bijvoorbeeld heel helpend zijn voor hoogbegaafde medewerkers. En soms is verwijzen naar de GGZ wenselijk als er bijvoorbeeld diepgewortelde patronen, trauma’s of angsten zijn. Dat wordt eigenlijk altijd afgestemd met de huisarts als er nog geen behandeling loopt, die zal ook moeten verwijzen.
Ook de stijl van leidinggeven aan een hoogbegaafde kan een belangrijk verschil maken. Faciliteren pakt vaak veel beter uit dan een autoritaire, top down manier van aansturen. Coachen van de leidinggevende kan dan ook een behulpzame interventie zijn.
Heb je tips voor collega’s in de GGZ?
Denk vooral aan arbeid als medicijn enerzijds en als oorzaak anderzijds. Missen van werk en het hebben van minder energiebronnen kunnen juist risicofactoren vormen voor mentale decompensatie. Het rustiger aan doen is dan vaak niet het juiste advies. Tegelijkertijd kunnen niet passend werk, een hoge werkdruk, een slechte werksfeer oorzakelijke factoren zijn bij bijvoorbeeld een depressie. De bedrijfsarts kan hierbij helpen!
Ik merk dat huisartsen of psychologen nauwelijks actief doorverwijzen naar een bedrijfsarts. De verwijsstroom loopt eerder andersom terwijl werk dus echt een oorzakelijke factor kan zijn. Dus vraag actief naar werk en neem het op in je behandelplan. Werk kan juist helpen om duurzaam herstel te ondersteunen.
Tenslotte denk ik dat zorgprofessionals elkaar moeten opzoeken. Op de werkvloer kunnen microtrauma’s en een negatief zelfbeeld dwarszitten om weer op een gezonde manier aan het werk te kunnen gaan of om tot gedragsactivatie te komen. Daar kan de GGZ weer een belangrijke rol in spelen.
Hoogbegaafdheid is zoveel meer dan intelligentie. Onder de juiste omstandigheden kunnen hoogbegaafden hun kwaliteiten inzetten als kracht. Wij hulpverleners kunnen ondersteuning en advies bieden om die omstandigheden te creëren.