Trijntje Engelhart, verslavingsarts KNMG en forensisch arts KNMG

Trijntje Engelhart werkt als verslavingsarts KNMG en forensisch arts KNMG met veel verschillende mensen. Dankzij haar dochter leerde ze meer over hoogbegaafdheid, waarna ze ineens wat onzekerder werd over haar diagnostische vaardigheden. Hieronder lees je het interview dat ze hierover gaf.

Trijntje, wil je wat vertellen over je werkzaamheden als verslavingsarts KNMG en forensisch arts?
Het leuke aan deze twee functies is dat ik me niet zo snel verveel en met veel verschillende mensen in aanraking kom. Als forensisch arts werk ik samen met de politie, justitie en medici en kom je overal, je staat midden in de maatschappij. Als verslavingsarts werkte ik eerst in de volwassenzorg, waar ik me onder andere bezig hield met diagnostiek van ADHD. Nu werk ik bij Brijder jeugd en ben ik tevens verbonden aan het Landelijk Spreekuur Partydrugs.

Hoe ben je zelf met het onderwerp hoogbegaafdheid in aanmerking gekomen?
Mijn moeder deed de opleiding tot orthopedagoog toen mijn dochter opgroeide. Ze wees me erop dat de ontwikkeling van mijn dochter wel erg voorlijk was en dat ze misschien wel hoogbegaafd is. Toen dit met onderzoek bevestigd werd heb ik mezelf hierin verdiept. Dit was in de tijd dat ik veel diagnostiek deed naar ADHD bij volwassenen. Ik werd onzeker in het uitvoeren van die diagnostiek, omdat ik door de kennis over hoogbegaafdheid zag dat er veel overlap in symptomen is tussen ADHD en hoogbegaafdheid. De aandachtsproblemen kunnen ook voorkomen bij hoogbegaafden als ze onvoldoende uitdaging krijgen op school, en executieve functies kunnen nog onvoldoende ontwikkeld zijn. Er kan daardoor sprake zijn van misdiagnose, maar ook dubbele diagnosen komen voor en dat vond ik moeilijk om te onderscheiden.

Hoe heeft deze kennis je werk veranderd?
Door hoogbegaafdheid kunnen mensen vastlopen op diverse manieren. In mijn huidige werk zie je vaak de ‘drop outs’. Cliënten die van VWO afzakken naar VMBO, drugs gaan gebruiken en zichzelf kwijtraken. Als ik vraag naar de reden van gebruik vertellen ze bijvoorbeeld dat ze vastliepen op de middelbare school. Nooit geleerd hoe je moest leren, want het ging vanzelf op de lagere school. Veel eenzaamheid gekend door het gevoel van het ‘anders zijn’, geen aansluiting met leeftijdsgenootjes, gepest zijn en je gedachtenpatroon wordt niet gevolgd door anderen. Als ze drugs gebruiken kunnen ze makkelijker contact maken met andere jongeren.  Als ik met deze jongeren in gesprek ben, merk ik dat het contact snel en soepel verloopt, waardoor ik geen reden heb om bijvoorbeeld te denken aan een autismespectrumstoornis. Ik praat met ze over hoogbegaafdheid en vraag ze om zich daarin te verdiepen.
Ik merk dat op mijn afdeling hoogbegaafde jongeren steeds beter herkend worden, echter buiten onze afdeling is er nog te weinig kennis. Daar loop ik tegen muren op. Het blijft moeilijk om vervolgens een goede behandeling aan te bieden. Hoogbegaafdheid zou mijns inziens net als laagbegaafdheid als een stoornis gezien moeten gaan worden als mensen hierdoor in hun functioneren beperkt worden zonder hulp.

Wat is volgens jou hierin belangrijk voor de jongere die zowel hoogbegaafd is als verslavingsproblemen heeft?
Ik gun deze jongeren dat ze niet zo hoeven te ‘struggelen’ in het leven en niet zoveel rare overtuigingen krijgen over zichzelf omdat ze niet weten waar hun gevoel van ‘anders zijn’ vandaan komt. Een hoogbegaafde die van VWO naar VMBO is afgezakt zal de diagnose hoogbegaafdheid niet snel op zichzelf van toepassing vinden. Het zelfvertrouwen is vaak weg en ze vinden zichzelf onterecht dom. Ik wil ze graag op weg helpen om gelijkgestemden te vinden en om dezelfde processen te doorlopen waar ik zelf ook doorheen gegaan ben. Hierdoor werd ik beter in contact met andere mensen en voelde ik me een stuk prettiger in het leven. Daarnaast wil ik graag dat goede begeleiding en behandeling voor hoogbegaafden toegankelijk en laagdrempeliger wordt.

Als laatste ben ik benieuwd naar wat je wilt meegeven aan collega’s die dit interview lezen, Trijntje?
Ik hoop dat ze hoogbegaafdheid gaan herkennen bij patiënten. Daarnaast wil ik dat ze weten dat je vervolgens je behandeling anders moet inrichten, net zoals je ook de behandeling aanpast bij patiënten die naast de verslaving minder begaafd zijn.

Word donateur!

Het LKPHB is een stichting en kent deelnemende instellingen en donateurs.

Met het opzetten en uitbouwen van dit kennisnetwerk zijn verschillende kosten gemoeid. Daarnaast willen we investeren in het specifieke (kennis)aanbod op deze website en in wetenschappelijk onderzoek naar psychiatrie en hoogbegaafdheid. Alle verdiensten komen enkel ten goede aan de missie van de stichting. Het kennisnetwerk beschikt over een ANBI-status.

Wilt u dit kennisnetwerk financiëel steunen, dan kunt u dit kenbaar maken via info@kennisnetwerkphb.nl.


Ook kunt u direct uw donatie overmaken op
IBAN-nummer NL09 RABO 0368 2272 19 ten name van Stichting Landelijk Kennisnetwerk Psychiatrie en Hoogbegaafdheid