In maart 2021 ontstond binnen het LKPHB de behoefte aan het ontwikkelen van een diagnostisch instrument om de psychiatrische diagnostiek bij hoogbegaafde kinderen en volwassenen te verbeteren. Dit heeft geleid tot de ‘Ontwikkelingsanamnese psychiatrie en hoogbegaafdheid’, een instrument bedoeld voor hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg. We leggen je onderstaand graag uit hoe dit proces is verlopen, en hoe de ontwikkelingsanamnese te gebruiken. Als moment van lancering is gekozen voor de Week van de Hoogbegaafdheid 2025.
Je vindt op deze pagina zowel het document om je te ondersteunen bij het afnemen van deze ontwikkelingsanamnese, als een uitgebreide inhoudelijke handleiding. Waar nodig en mogelijk zullen in de toekomst aanpassingen worden gedaan, op grond van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Ook geven we een inleidende toelichting in een video waarin enkele leden van de werkgroep en de focusgroep aan het woord komen. Onderaan de pagina vind je enkele relevante links.
We hopen dat de Ontwikkelingsanamnese Psychiatrie en Hoogbegaafdheid van het LKPHB kan gaan bijdragen aan goede psychiatrische diagnostiek en behandeling bij hoogbegaafde kinderen en volwassenen, en een ondersteuning zal zijn bij toekomstig wetenschappelijk onderzoek naar deze doelgroep!
Tot op heden bestaat er geen eenduidige definitie van hoogbegaafdheid. Grofweg kan worden gesteld dat bij een intelligentieniveau van 130 of hoger gesproken kan worden van een hoogbegaafd intelligentieniveau, hoewel er bij hoogbegaafdheid aan afname en interpretatie van de intelligentietest zelf ook haken en ogen kleven. Daarnaast zijn er meerdere gedrags- en persoonlijkheidskenmerken die in de literatuur benoemd worden als mogelijk passend bij hoogbegaafdheid; ook deze zullen in de toekomst middels wetenschappelijk onderzoek nog beter gespecificeerd en onderbouwd moeten worden.
De werkgroep Ontwikkelingsanamnese heeft het uitgangspunt dat hoogbegaafdheid op zich geen (psychiatrische) stoornis is. Er zijn aanwijzingen dat het hoogbegaafde brein wel degelijk verschilt van het gemiddeld intelligente brein qua morfologie, functionaliteit, structuur, interne netwerken en verwerkingssnelheid. Kennis over hoogbegaafdheid en mogelijke bijpassende kenmerken achten wij van groot belang voor de interpretatie van het psychiatrisch beeld van patiënten, voor het vergroten van zelfinzicht en voor een optimale werkrelatie en psychiatrische behandeling. In de handleiding kunnen we slechts gedeeltelijk ingaan op die onderwerpen; we verwijzen de lezer voor bestaande literatuur graag naar de literatuurpagina van het LKPHB.
Het afnemen van de ontwikkelingsanamnese is een veel gebruikt diagnostisch middel om de psychiatrische diagnostiek te ondersteunen. In Nederland zijn er diverse varianten van de ontwikkelingsanamnese in omloop, waarbij het onderzoek naar een specifieke psychiatrische diagnose bij een patiënt (zoals de autismespectrumstoornis) aanleiding kan zijn voor aanscherping van bepaalde onderdelen van de ontwikkelingsanamnese.
Aanleiding voor het uitwerken van de huidige ontwikkelingsanamnese is dat juist ook psychiatrische diagnostiek bij hoogbegaafde mensen lastig kan zijn. Hoogbegaafdheid kan gemist worden door de psychiatrische symptomen die op de voorgrond staan, maar ook is er risico op misdiagnostiek van de psychiatrische problematiek bij gebrek aan kennis over de mogelijke bredere kenmerken van hoogbegaafdheid. Het is onze wens om onze opgedane kennis en praktijkervaring hierover te delen met onze collega’s, juist omdat er nog weinig wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar de combinatie van psychiatrie en hoogbegaafdheid. Hierdoor ontbreekt nog veel specifieke kennis en/of de wetenschappelijke onderbouwing, en beschrijvingen in de literatuur berusten vaak op klinische ervaring. Daarom is getracht dit document breed af te stemmen met GGZ-collega’s in Nederland die ervaring hebben in het werken met hoogbegaafde psychiatrische patiënten.
De Ontwikkelingsanamnese Psychiatrie en Hoogbegaafdheid is opgesteld vanuit de stichting Landelijk Kennisnetwerk Psychiatrie en Hoogbegaafdheid (LKPHB), door de werkgroep Ontwikkelingsanamnese (bestaande uit: Esther Roelfsema ((kinder- en jeugd)psychiater), Marion van Zonneveld (kinder- en jeugdpsychiater), en Lia Jaeqx – van Tienen (verpleegkundig specialist GGZ)).
Inhoudelijke afstemming vond verder plaats middels drie online bijeenkomsten van de werkgroep en een focusgroep, bestaande uit: Mirjam Beskers (klinisch psycholoog, psychotherapeut), Wendy van Bohemen (neuropsycholoog kind en jeugd), Japke Meesters (psychiater), Elizabeth Miedema (kinder- en jeugdpsychiater), Lijnie Reijers (orthopedagoog generalist), Annelies Bosch (GZ-psycholoog), Loes Rolefes (GZ-psycholoog), Rianne Weststrate (GZ-psycholoog) en Wieteke Avontuur (sociaal psychiatrisch verpleegkundige).
Tevens veel dank aan de volgende collega’s uit de GGZ voor het meelezen en inhoudelijke feedback:
Prof. Dr. R.R.J.M. Vermeiren (hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie, LUMC Curium/ Parnassia Groep, Youz), Prof. Dr. Ramón Lindauer (hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie, Amsterdam UMC/ Levvel), Annelies Spek (klinisch psycholoog, Autisme Expertise Centrum) en M. C. Klene en M. A. van der Woude (beiden GZ-psycholoog, INTER-PSY).
Tijdens het opstellen van deze ontwikkelingsanamnese en handleiding is besloten om zo volledig mogelijk te benoemen wat belangrijk kan zijn in bepaalde ontwikkelingsfasen van het leven, waarbij er naast focus op de ontwikkeling in de kindertijd en adolescentie ook aandachtspunten worden genoemd voor de volwassenheid. De in Nederland gangbare ontwikkelingsanamnese bij psychiatrische diagnostiek is als uitgangspunt genomen; die onderdelen die de reguliere ontwikkelingsanamnese betreffen worden in deze handleiding niet besproken.
In de huidige versie ‘Ontwikkelingsanamnese psychiatrie en hoogbegaafdheid’ is daarnaast specifiek aandacht voor het herkennen van een ontwikkelingsvoorsprong bij jonge kinderen, en vervolgens van mogelijke bredere kenmerken van hoogbegaafdheid bij een kind, jongere, volwassene of oudere psychiatrische patiënt. Deze ontwikkelingsanamnese is niet bedoeld om eventuele hoogbegaafdheid vast te stellen, en is zeker niet bedoeld als ‘afvinklijst’. Er bestaat grote heterogeniteit in de groep hoogbegaafde psychiatrische patiënten, waarbij de complexiteit van de bestaande problematiek vaak groot is.
De ‘Ontwikkelingsanamnese psychiatrie en hoogbegaafdheid’ dient daarom vooral als ondersteuning binnen de bredere psychiatrische diagnostiek, als hulpmiddel voor de diagnosticus om meer zicht te krijgen op eventueel aanwezig hoogbegaafd potentieel en hoe dat zich kan uiten, wat de ontwikkelingsbehoeften zijn, maar ook in hoeverre er sprake is van obstakels in de ontwikkeling van het individu en vanuit de omgeving. Dit laatste is belangrijk, omdat de ontwikkeling van bestaand hoogbegaafd potentieel niet los gezien kan worden van de omgeving en de interacties daarmee. Tot slot is het van belang ervoor te waken dat hoogbegaafdheid wordt gezien als volledig verklaringsmodel, maar te bedenken dat het een onderdeel is van het totaalbeeld, waarbij andere oorzaken (mede) verklarend kunnen zijn voor bepaalde gedrags- of persoonlijkheidskenmerken of voor de ontstane problematiek.
Deze handleiding dient ter ondersteuning bij het afnemen van de ontwikkelingsanamnese bij (mogelijk bestaande) hoogbegaafdheid, met achtergrondinformatie en mogelijke aandachtspunten. Waar mogelijk is getracht om verschillen en overeenkomsten met psychiatrische problematiek inzichtelijk te maken. Daar waar daadwerkelijke wetenschappelijke onderbouwing beschikbaar is wordt dit expliciet benoemd. In toekomstige versies van deze ontwikkelingsanamnese zullen we daar waar nodig wijzigingen aanbrengen wanneer nieuwe wetenschappelijke inzichten of consensus uit het werkveld daar aanleiding toe geven.
In het geval van psychiatrisch diagnostisch onderzoek bij mogelijke hoogbegaafdheid kan de ‘Ontwikkelingsanamnese Hoogbegaafdheid en Psychiatrie’ als vervanging dienen voor de regulier gebruikte ontwikkelingsanamnese. Antwoorden worden ingevuld op het formulier, voor achtergrondinformatie en aandachtspunten kan de handleiding als naslagwerk dienen.
Bij het tot stand komen van deze handleiding is het uitgangspunt dat de clinicus die deze ontwikkelingsanamnese afneemt voldoende bevoegd en bekwaam is om psychiatrische diagnostiek uit te voeren, dan wel hierin gesuperviseerd wordt door iemand die bevoegd en bekwaam is. Bij volwassenen is het soms lastig om de ontwikkelingsgeschiedenis in detail te achterhalen. Als het niet lukt om ouders te spreken kunnen ook broers/zussen of andere belangrijke mensen uit de jeugd gevraagd worden hiervoor. Aantekeningen in een consultatiebureauboekje, schriftjes/werkjes van de basisschool en schoolrapporten kunnen behulpzaam zijn.
Bij afname van de ontwikkelingsanamnese, zeker bij het mogelijk bestaan van hoogbegaafdheid, is de volgende grondhouding vaak het beste werkbaar:
– een open en onderzoekende houding, waarbij er ruimte is voor de gesprekspartner om het verhaal chronologisch te vertellen, niet te veel gestuurd door de items.
– niet uitgaan van het eigen referentiekader, maar echt luisteren, doorvragen, en oprechte interesse tonen.
In deze handleiding zijn onder elk kopje de onderwerpen hierbij horend gegroepeerd en cursief weergegeven. Daar waar van toepassing worden de bijzonderheden benoemd die kunnen passen bij de ontwikkeling van iemand die hoogbegaafd is in vergelijking met iemand met een gemiddelde cognitieve ontwikkeling. Ditzelfde is gedaan voor specifieke kenmerken van hoogbegaafdheid in vergelijking met kenmerken passend bij ontwikkelingsproblematiek of andere psychiatrische classificaties. Een enkele keer wordt er algemene aanvullende achtergrondinformatie gegeven in aparte kaders. We hebben getracht in deze handleiding zoveel mogelijk te spreken over ‘mensen die hoogbegaafd zijn’; soms hebben we echter voor de leesbaarheid gekozen voor ‘de/het hoogbegaafde kind/jongere/volwassene/persoon/mens’.
Hieronder vindt u een inleidende video met ervaringen vanuit de werkgroep en de focusgroep.
Het LKPHB is een stichting en kent deelnemende instellingen en donateurs.
Met het opzetten en uitbouwen van dit kennisnetwerk zijn verschillende kosten gemoeid. Daarnaast willen we investeren in het specifieke (kennis)aanbod op deze website en in wetenschappelijk onderzoek naar psychiatrie en hoogbegaafdheid. Alle verdiensten komen enkel ten goede aan de missie van de stichting. Het kennisnetwerk beschikt over een ANBI-status.
Wilt u dit kennisnetwerk financiëel steunen, dan kunt u dit kenbaar maken via info@kennisnetwerkphb.nl.
Ook kunt u direct uw donatie overmaken op
IBAN-nummer NL09 RABO 0368 2272 19 ten name van Stichting Landelijk Kennisnetwerk Psychiatrie en Hoogbegaafdheid