Marjan van der Star is sinds 4 jaar werkzaam in haar eigen praktijk Van der Star PMT. In de eerste jaren combineerde zij het werken in haar eigen praktijk met haar werk in een grotere GGZ-instelling. De behoefte aan meer autonomie en invloed op de inhoud van haar werk vormden voor haar de drijvende kracht om volledig in haar eigen praktijk te gaan werken. Dit bracht met zich mee dat Marjan ging netwerken en zo kwam ze in aanraking met collega’s die werken met hoogbegaafde mensen met psychische klachten. Tijdens het werken met deze doelgroep merkte Marjan hoe plezierig ze dit vond, bijvoorbeeld door de snelheid van denken en het vermogen om snel verbindingen te leggen. Het anders denken en op een andere manier naar de wereld kijken lag dicht bij haar eigen wijze van werken en zijn. Ze ervoer dat het werken met hoogbegaafde cliënten anders was dan met niet hoogbegaafde cliënten. Haar interesse werd steeds meer gewekt, waardoor Marjan zich verder in het onderwerp hoogbegaafdheid ging verdiepen. Inmiddels heeft ze ruime ervaring met het werken met deze doelgroep en ziet ze zowel volwassen als jongvolwassen cliënten in haar praktijk. Ze spreekt met bevlogenheid en zorgvuldigheid over haar vak als PMT-er en ziet voor de doelgroep hoogbegaafden een duidelijke meerwaarde in het lichaamsgericht werken.

Wat maakt het werken met deze groep anders dan met andere cliënten?
Ik vind dat lastig om in woorden uit te drukken, vertelt Marjan. De snelheid is anders, zij kunnen op dezelfde snelheid mee en vragen niet om aanpassing in snelheid of extra uitleg. Daarnaast zie ik dat de transfer naar het dagelijkse leven vaak vanzelf gaat. Daar hoef ik als behandelaar niets of weinig in te doen. Ze maken zelf de vertaalslag. Ze weten feilloos de PMT oefeningen te vertalen naar ervaringen in werk, thuis, etc. Wat zij zien en begrijpen kunnen ze niet meer ‘ontzien’ en dan kan het ook niet meer anders. Dus als het kwartje valt, dan leidt dat bij deze groep cliënten vaak direct tot verandering in hun leven. In die zin kun je spreken van een grote veerkracht.

Uniek aan jou is dat je PMT-er bent, weer een hele nieuwe discipline die wij interviewen voor de nieuwsbrief. Er zijn veel interviews geweest, maar veelal met collega’s in de verbale hoek van het vak. Jij werkt als PMT-er bij uitstek lichaamsgericht. Wat is je visie op PMT in de behandeling van hoogbegaafde cliënten?
Wat ik vooral merk is dat hoogbegaafde cliënten niet alleen heel intelligent zijn, maar bovenal heel erg sensitief. Ze voelen veel, maar hebben vaak niet of onvoldoende begeleiding en/of handvatten gekregen hoe daar mee om te gaan. Dus wat ik vaak tegenkom is dat hoogbegaafde cliënten hun lijf geblokkeerd of uitgeschakeld hebben, omdat het voelen zo veel is. Ze zijn dan op hun ratio en op hun hoofd gaan handelen. Door het gebrek aan contact met hun lijf komen ze bijvoorbeeld in beeld bij de GGZ als er sprake is van veel fysieke klachten zonder medische verklaring. Ze kennen hun lijf vaak niet goed en weten dan ook niet goed wat die klachten betekenen. Daarbij hoor ik vaak dat deze cliënten het intense voelen als negatief ervaren. Dat vind ik ontzettend jammer, want ik vind het juist heel waardevol. Die grote sensitiviteit is een kwaliteit, maar dan is het wel belangrijk dat je leert om in contact te staan met je lijf. PMT kan deze groep helpen om weer in contact te komen met hun lichaam en het voelen.
Wat ik wel van belang vind is om, als het gaat over het contact maken met het voelen en het lichaam, als hulpverlener ook in de vertraging te gaan. Juist door het grote inzicht dat hoogbegaafde mensen hebben en door de cognitieve snelheid is er risico op overschatting. Dan kan je over het hoofd zien dat deze cliënten nog onvoldoende in staat zijn om te reguleren wat ze gaan voelen. Het contact maken met het voelen brengt namelijk ook veel oud zeer, trauma’s en moeilijke herinneringen naar boven, waar ze niet altijd voldoende tegen opgewassen zijn. Dus aandacht voor de overschatting, vertragen en de tijd nemen om stap voor stap weer te gaan voelen vind ik belangrijk bij hoogbegaafde cliënten.

Bedoel je dat er bij deze cliënten vaker trauma’s naar boven komen waar je niet altijd op bedacht bent? Ogenschijnlijk kleine krassen die grote impact hebben gehad en diepe wonden hebben achtergelaten, juist door de herhaling van deze ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen?
Ja, dat bedoel ik en dan is het juist in het ervaren in het lichaam belangrijk om de vertraging op te zoeken. Anders loop je het risico dat het voelen opnieuw als traumatisch wordt ervaren. Het is belangrijk dat je cliënten helpt om voldoende vaardigheden te ontwikkelen om zichzelf te kunnen reguleren als ze zo intens gaan voelen. Juist bij deze groep is het belangrijk daar op bedacht te zijn, omdat je snel kan denken dat ze het wel kunnen, omdat hun reflectievermogen groot is en ze makkelijk tot inzicht kunnen komen.

Wat kan de PMT beteken in traumaverwerking bij deze groep?
Ik merk vaak dat deze cliënten juist op identiteitsniveau zoveel nare ervaringen hebben meegemaakt. Ze hebben van jongs af aan ervaren anders te zijn, waardoor ze vaak niet hebben kunnen zijn wie ze wilden zijn. Ze hebben vaak niet de ervaring dat dat wat zij voelen en denken oké is, maar hebben daar meer dan gemiddeld afwijzing op ervaren. Dat heeft voor veel cliënten eenzaamheid met zich meegebracht. Ik zie dat de aanhoudende afwijzing op wat zij denken, voelen en hoe ze naar de wereld kijken, vaak al vanaf jonge leeftijd, heeft geleid tot traumagerelateerde klachten. De eerder genoemde kleine krassen die samen tot een diepe groef geleid hebben. Dit gaat dan vaak gepaard met het kwijtraken van hun eigen ik.
Binnen de PMT ga ik met cliënten met traumatische ervaringen vooral in op wat ze ervaren in hun lijf wanneer ze getriggerd worden, welke signalen merk je? Dit kunnen hele kleine signalen zijn, bijvoorbeeld lichte spierspanning in de kaken, even de handen samenknijpen, of een wat verhoogde ademhaling. Door daar bewust met de aandacht naar toe te gaan, kunnen ze opmerken dat hun lichaam daarin veel aangeeft en hen kan ‘vertellen’ wat het nodig heeft. Ik gebruik hierbij handvatten vanuit sensorimotor psychotherapie. Daarin ga ik met de cliënt naar ‘welke beweging heb je mogelijk vastgezet in je lijf die je destijds niet kon/ wilde maken?’ Binnen de PMT kunnen we die beweging af maken, waardoor er meer ruimte komt en niet gevoeld gevoel alsnog gevoeld wordt en daarmee opgelost. Ik gebruik graag (kick)boksen als middel. Ik vind dit een hele mooie manier waarin gebruik gemaakt kan worden van ademhaling, stem, kracht, slaan en eventueel trappen. Wanneer in dit proces een cliënt teveel spanning krijgt en uit de ‘window of tolerance’ raakt, gaan we eerst naar spanningsregulering om weer ‘in the window’ te komen en van daaruit gaan we weer stapjes maken naar de beweging die het lijf wil maken.

Hoe werk je vanuit de PMT met deze groep als het gaat over het leren reguleren?
Wat ik veel gebruik is het geven van uitleg over hoe het in het lichaam werkt bij spanning, daar gebruik ik de spanningsmeter voor of uitleg over de window of tolerance. Juist door daar het cognitief vermogen aan te spreken help je hen om te begrijpen wat er gebeurt en vanuit deze herkenning te kijken naar wat ze nodig hebben om zichzelf te reguleren. Te voelen en te verdragen, maar dan ook te weten wat ze kunnen doen om te kunnen verdragen. Dat is natuurlijk anders voor elke individu. De een heeft het nodig om in beweging te komen, de ander luistert muziek en komt zo terug binnen de window of tolerance. Maar wat misschien bij hoogbegaafde cliënten wel meer dan bij andere cliënten helpt is om ook het brein weer te activeren door naar het denken te gaan en te reflecteren op wat er gebeurt. Ik merk dat ik bij deze doelgroep meer uitleg geef over wat er gebeurt in hun lijf dan bij andere cliënten.

Heb je een idee waarom je juist bij deze groep cliënten meer uitleg geeft?
Ik merk bij deze groep cliënten dat ze meer behoefte hebben aan houvast en begrip. Als dat er is, dan lijkt er vertrouwen te komen dat ze naar hun lichaam en het voelen toe kunnen gaan. Er is meer behoefte aan antwoord op de vragen: hoe dan? Waarom dan? Het begrip van wat je aan het doen bent en waarom je het aan het doen bent is noodzakelijk om voldoende veiligheid te creëren om het ook daadwerkelijk te gaan doen. Vervolgens is het belangrijk om de balans tussen denken, voelen en handelen te krijgen.
In de PMT help ik cliënten om in die driehoek (denken, voelen, handelen) te werken. Dan zie je dat hele kleine aanpassingen al kunnen helpen in het leren reguleren. De PMT helpt hen op te merken, het lijf mag weer meedoen. Vervolgens kijken we wat je kunt doen om te reguleren. De bewustwording dat zij van alles aanvoelen en opmerken, terwijl anderen dat niet ervaren, is van belang. Dat dit kan verschillen, maar dat je voelt wat je voelt. In plaats van de zelftwijfel en het wegstoppen is het van belang dat er ruimte voor gemaakt wordt. Dat er vertrouwen komt in hun eigen waarneming. Vaak zijn deze cliënten gewend om aan hun eigen lichaamsbeleving en emoties voorbij te gaan en het weg te zetten als onjuist of niet geoorloofd. Als de stap van herkenning en erkenning gemaakt is, dan maak ik de stap in betekenisgeving. Wat zegt mijn lijf mij over wat ik nodig heb. Juist door te spiegelen in de PMT krijgen cliënten daar zicht op en kan bijvoorbeeld zoiets kleins als zichzelf een kwartslag verdraaien t.o.v. de ander al helpen om net iets minder open te staan, waardoor contact fijner wordt.

Tot slot, wat vind je belangrijk om mee te geven aan collega’s in de GGZ?
Verdiep je in het onderwerp hoogbegaafdheid om te voorkomen dat je door een “verkeerde” bril naar een client kijkt. Alleen maar door de DSM-bril kijken maakt dat we deze groep mis-diagnosticeren en daarmee doen we deze groep cliënten echt te kort denk ik.

Word donateur!

Het LKPHB is een stichting en kent deelnemende instellingen en donateurs.

Met het opzetten en uitbouwen van dit kennisnetwerk zijn verschillende kosten gemoeid. Daarnaast willen we investeren in het specifieke (kennis)aanbod op deze website en in wetenschappelijk onderzoek naar psychiatrie en hoogbegaafdheid. Alle verdiensten komen enkel ten goede aan de missie van de stichting. Het kennisnetwerk beschikt over een ANBI-status.

Wilt u dit kennisnetwerk financiëel steunen, dan kunt u dit kenbaar maken via info@kennisnetwerkphb.nl.


Ook kunt u direct uw donatie overmaken op
IBAN-nummer NL09 RABO 0368 2272 19 ten name van Stichting Landelijk Kennisnetwerk Psychiatrie en Hoogbegaafdheid