Mayke de Vreugd

Mayke de Vreugd is huisarts en sinds 2023 ook kaderarts GGZ. De interesse in de GGZ was er altijd al. Zelf heeft ze zich altijd wel een beetje anders gevoeld. In haar werk had ze met mensen die volgens het systeem een stoornis hebben soms de beste gesprekken. Dit alles zorgde ervoor dat ze op onderzoek uitging. Na een handvol opleidingen en de nodige zelfstudie, voelde ze pas een aantal jaren terug bij Mensa wat dat ‘andere’ was. En besloot ze ook als hulpverlener actief te worden op het gebied van hoogbegaafdheid.

Mayke, wat heeft ervoor gezorgd dat je hulp aan hoogbegaafden bent gaan bieden?

Ik ken het onderwerp van binnen en heb zelf meegemaakt wat voor een zoektocht het kan zijn als je zelf nog niet weet dat dat andere hoogbegaafdheid is. Ik bedacht me dat er meer mensen moeten zijn die met hetzelfde rondlopen.

Omdat ik de hulpverlenerswereld goed ken, weet ik dat je er als hoogbegaafde vooralsnog onvoldoende terecht kan. Ik zit op een positie waar ik iets mag vinden en iets kan doen. Alles waar ik zelf mee heb lopen puzzelen is nu nuttig geworden. Dat geeft een goed gevoel.

Voor geestelijke gezondheidszorg is er in principe een mooi systeem, maar dat systeem past nu eenmaal niet iedereen. Dat geldt ook voor hoogbegaafden. Vaak denken we bij de bovenkant van de Bellcurve, “dat is geen probleem”. Terwijl we bij de onderkant, de LVB-groep (licht verstandelijke beperking, IQ lager dan 85), het vanzelfsprekend vinden dat er overbrugd moet worden in de communicatie vanwege het IQ verschil en belangrijker de verschillende ervaring die hoort bij uiteenlopende IQ’s. 

Dat is belangrijk om bij stil te staan, er is waarschijnlijk een clustering van HB’ers in de GGZ van zo’n 5%, misschien zelfs wel 10%. Omdat HB niet herkend wordt en klachten maar niet willen reageren op de richtlijnen die goed werken voor het anders bedraadde gemiddelde ontstaat er een ophoping als het ware. Hoogbegaafden zijn in veel dingen intenser, ook als ze vastlopen in een systeem wat aan elkaar hangt van niet altijd zinnige regeltjes, lopen ze vaak heel erg vast. Als je deze mensen passende zorg biedt, help je hen niet alleen beter, maar pakt dat ook positief uit voor de wachtlijstproblematiek. Ik denk dat hier naast het menselijke aspect echt een besparing zit voor de verzekeraars.

Wat valt jou met name op in het werken met hoogbegaafden?

Allereerst blijkt het dus vrij geregeld voor te komen dat mensen zich er niet bewust van zijn dat ze in deze groep thuishoren. Mensen weten het zelf niet en ook naasten en hulpverleners weten het heel vaak niet goed te herkennen. Vanuit de eigen ervaring van vroeger; je weet alleen dat je zelf anders bent en dat de meeste mensen er eigenlijk niet zo veel mee kunnen wanneer je je echte zelf zonder geremdheid laat zien. Toch zou je statistisch bezien in je normpraktijk als huisarts elke dag wel ongeveer een HB’er moeten tegenkomen. Maar spot je die wel?

Toegegeven, het wordt je soms ook wel moeilijk gemaakt. Mensen die buitengemiddeld zijn, en dat geldt ook voor de mensen met neurodivergentie zoals autisme en ADHD, hebben hun hele leven geoefend met aanpassen naar de norm. Ze doen dit om minder negatieve reacties te krijgen van het gemiddelde cohort wat de grote meerderheid vormt. Ze zijn dus gewend dingen te verbloemen en vaak gaat dat ook nog onbewust. In hun zijn en in hun klachtpresentatie drukken hoogbegaafden soms ook op de knopjes van de hulpverlener. Door hun intensiteit. Of de duizend vragen. Of de hyperspecifieke hulpvraag, waarvan je zelf gaat voelen ‘Wie is hier nu de professional?’. 

Maar misschien heeft de hoogbegaafde er wel 40 uur op ingelezen en is hij werkelijk beter beslagen dan de dokter of psycholoog. Als je dat weet te herkennen dan is de eventuele wrijving een signaal in  plaats van alleen maar frustratie. Je maakt van jezelf dus een veel betere ontvanger door op die manier te gaan waarnemen. Aan de andere kant: je bent misschien toch ook de zoveelste hulpverlener die het probleem niet snapt, dus ook daardoor kunnen hoogbegaafden, die voelen ‘oh nee, weer niet’ wat dwangmatig of drammerig overkomen. Het jammere is dat je dan de onderliggende vraag en behoefte kan missen. Psychische klachten kunnen voor hoogbegaafden extra moeilijk zijn om goed mee om te gaan, juist vanwege de groepseigen wat ‘extremere’ kenmerken en het gebrek (statistisch) aan voldoende positieve bevestiging dat er kan zijn. 

Wat zou dan beter zijn?

Vertrouw erop dat niet alles een stoornis is, het kan een kwaliteit zijn. Als je in termen van buitengemiddeldheden denkt zou iets gewoon normaal kunnen zijn voor de HB’er die tegenover je zit. Zou het probleem een logische reactie op het leven tot nu toe kunnen zijn? Te begrijpen vanuit de levensgeschiedenis en een huidige mismatch met een systeem dat weinig flexibel is? Is deze kijk niet helpender dan meteen in termen van stoornissen te denken?

Het is wel invoelbaar dat als je leeft in een wereld waar jij sterk van het gemiddelde afwijkt, je dan vaker klachten als stress en spanning zult ervaren . Deze mensen hebben zich hun hele leven anders gevoeld in een systeem dat onbewust zegt dat ze raar zijn. Hoogbegaafden zijn door deze leergeschiedenis ook geconditioneerd om het niet beter te mogen weten dan hulpverleners.

Het is goed om bewust te zijn van dit soort aspecten in je contact.

De uitdaging is om te zoeken naar waar iemand zit in zijn of haar proces, dat vraagt van jou als hulpverlener om achter een soms onhandige socialisering of “hoekige” coping te kijken en de reële vragen te ontdekken.

En hoe spot je zo’n hoogbegaafde dan volgens jou?

Ik denk dat het bij het signaleren goed is om met een open blik te kijken en naar de patronen te kijken. Het is natuurlijk geen alles of niets kwestie. Maar vaak zijn het de mensen die maar vragen blijven stellen, die al veel hebben uitgezocht en specifiek om iets verzoeken waar jij je bij wijze van spreken nog over moet inlezen. Of bij wie je denkt, “wie zit hier nou aan het stuur?”. Dan zou het best kunnen dat je met een hoogbegaafde te maken hebt. Die heeft namelijk allang een eigen analyse gemaakt van het probleem.

Andere aanwijzingen kunnen zaken zijn zoals het hebben van bijwerkingen bij een lager dan normale dosering, of klachten van overprikkeling en meltdown. Bijvoorbeeld doordeweeks kunnen functioneren en dan in het weekend alleen op de bank kunnen hangen, zonder dat er sprake is van een depressie. Hoogbegaafden kunnen vaak ook (te) goed volhouden wanneer situaties eigenlijk echt allang niet zo goed meer voor ze zijn, denk aan dysfunctionele relaties en werksituaties ed.

Daarnaast hebben ze vaak ook moeilijkheden met autoriteit. Heeft iemand steeds maar weer conflicten op het werk, dan kan dat samenhangen met de onmogelijkheid om onlogisch advies van leidinggevenden op te volgen. De hoogbegaafde kan verder kijken en ziet problemen die de leidinggevende nog niet bedacht had.

Een andere belangrijke is veel diagnoses hebben, zeker GGZ-diagnoses, waarbij de richtlijnen steeds maar niet willen helpen.

Ga niet altijd af op de buitenkant. Emoties worden waarschijnlijk intensiever gevoeld dan voor jou zichtbaar is of misschien zelfs voor te stellen is. En passend advies doordat je dit patroon als hulpverlener herkent kan enorm veel lijdensdruk schelen voor iemand.

Wat staat ons professionele hulpverleners te doen?

Er zit veel lijdensdruk en eenzaamheid achter de onderherkenning. Eenzaamheid is voor hoogbegaafden ook een realiteit; je bent  statistisch gezien met weinig, zeker de zeer en uitzonderlijk hoogbegaafden (IQ 145+ en 160+). Ik heb zelfs casuïstiek gehoord waarbij dit tot een euthanasieverzoek heeft geleid. En niemand in 13 jaar GGZ dacht eraan haar naar een sociale vereniging met gelijkgestemden te sturen. Zij had zelf helaas ook niet door dat ze geen onverklaarbare recidiverende depressies had, maar een reële diepe eenzaamheid die haar klachten verklaarde. Dat was denk ik op te lossen geweest met resocialisatie in de doelgroep. Het blijft euwig zonde dat dit niet gelukt is.

Wat mij betreft is de tijd rijp om het anders te gaan doen voor deze groep. De GGZ heeft ook baat bij het anders behandelen van de mensen die buiten het gemiddelde vallen. Een manier is iets meer loslaten van richtlijnen en protocollen en maatwerk bieden. Ik denk dat de neurodivergente mensen in het vak dit bij uitstek kunnen doen, juist omdat zij van nature al zo bedraad zijn.

Welk advies zou je je collega’s willen geven?

Je hoeft als huisarts zeker niet alles meteen op te lossen, maar je kan wel een deur openen naar een heel nieuw perspectief en sociaal leven. Je hoeft het ook zeker niet alleen te doen, je hoeft de problematiek niet alleen te dragen.

Je kunt altijd verwijzen naar het Delphi model en kijken of mensen zich daarin herkennen. Adviseer een (vermoedelijk) hoogbegaafde om peer contact gaan zoeken. Zo kun je een socialiseringsproces op gang helpen en het scheelt soms de noodzaak om een IQ test te doen. Hiermee kan je al een heleboel lijdensdruk wegnemen.

Wat een hoogbegaafde vooral nodig heeft is gezien en begrepen te worden en te horen dat heel veel van zijn ervaringen normaal zijn. Dat stabiliseert vaak dusdanig dat iemand daarna weer in staat is zelfstandig vervolgstappen te zetten.

En als er meer nodig is?

Een hoogbegaafde is zo zelfsturend dat hij vaak beter buiten richtlijnen om geholpen is. Stem vooral af op waar de individuele behoefte ligt, in plaats van strak de richtlijnen te volgen. Altijd belangrijk is vertrouwen en gelijkwaardigheid, anders wordt het voor de hoogbegaafde moeilijk om je adviezen aan te nemen.

Wees niet te bang dat je niet volledig kunt aansluiten. Er zijn nu eenmaal verschillen tussen een niet-hoogbegaafde hulpverlener en een hoogbegaafde waardoor je elkaar van nature minder goed aanvoelt. En vat het dus niet persoonlijk op als de hulpzoekende hoogbegaafde het niet bij jou kan vinden. Dat benoemen is een mooie stap: ‘ik voel dat ik je niet helemaal kan volgen, herken je dat?’ dat opent een gesprek. Als je al een klein verschil in de koers kunt maken is dat ook heel waardevol. Stel je maar eens voor wat dat over de jaren heen kan opleveren voor iemand. Ik word er in ieder geval heel blij van dat deze stappen zo haalbaar zijn, als we het maar eenmaal weten te herkennen.

Word donateur!

Het LKPHB is een stichting en kent deelnemende instellingen en donateurs.

Met het opzetten en uitbouwen van dit kennisnetwerk zijn verschillende kosten gemoeid. Daarnaast willen we investeren in het specifieke (kennis)aanbod op deze website en in wetenschappelijk onderzoek naar psychiatrie en hoogbegaafdheid. Alle verdiensten komen enkel ten goede aan de missie van de stichting. Het kennisnetwerk beschikt over een ANBI-status.

Wilt u dit kennisnetwerk financiëel steunen, dan kunt u dit kenbaar maken via info@kennisnetwerkphb.nl.


Ook kunt u direct uw donatie overmaken op
IBAN-nummer NL09 RABO 0368 2272 19 ten name van Stichting Landelijk Kennisnetwerk Psychiatrie en Hoogbegaafdheid