Monica Ploch heeft in haar veelzijdige loopbaan als GZ-psycholoog veel verschillende banen gehad, met als overeenkomst: mensen begeleiden die zich in een lastig parket bevinden. Ze heeft alle hoeken en gaten van de basis- en specialistische GGZ en maatschappelijke organisaties gezien. Ze zag volwassenen, kinderen en jeugdigen, en hun ouders. Bijna als vanzelf is zij zich gaan specialiseren in het begeleiden van hoogbegaafde volwassenen met psychische klachten. Dit doet zij vanuit haar eigen (online) praktijk VICE VERSA. Ook is zij sinds 2023 coördinator intervisie binnen het LKPHB.

Kun je vertellen hoe je uiteindelijk op het helpen van hoogbegaafden bent uitgekomen?
Dat is heel natuurlijk via een soort trechteringsproces gegaan. Ik heb altijd al een zwak gehad voor cliënten bij wie de interface met de maatschappij niet klopt. Maar ik merkte op al mijn verschillende werkplekken dat ik het heel leuk vond om met een bepaald soort cliënten aan de slag te gaan. Achteraf maar ook tijdens trajecten bleek het dan om hoogbegaafden te gaan.
Uiteindelijk besloot ik, omdat ik het kennelijk zo enorm leuk vond met deze groep te werken, me volledig op hoogbegaafden te gaan richten. Dat heeft geresulteerd in mijn eigen praktijk.

Waar haal je je werkplezier uit?
Je kan op een hoger tempo werken. En je kan een breder en rijker scala aan interventies inzetten, binnen één behandeltraject. Je kan cognitief insteken, maar ook beeldend aan de slag gaan, of je juist meer op het emotionele aspect richten.

Wat valt jou zoal op in het werken met hoogbegaafden?
Vooral dat je op basis van gelijkwaardigheid het contact moet aangaan, anders raak je deze cliënten kwijt. En ook dat hoogbegaafden in de regel meer eigen inbreng hebben. Logisch, want er wordt nogal wat nagedacht binnen deze groep. Deze inbreng moet je zeker aangrijpen, niet zonder meer overrulen vanwege een of ander denkkader of protocol. En je kan gerust veel verantwoordelijkheid bij de hoogbegaafde leggen. Hoogbegaafde cliënten blinken in de regel uit in hun actiebereidheid. In beweging krijgen is meestal niet zo ingewikkeld, deze mensen doen dat uit zichzelf al. Je moet met name opletten of de beweging ook de góede kant op gaat.

Zitten er ook moeilijke danwel pittige kanten aan?
Ik denk dat dat wel meevalt. Je moet vooral in de gaten houden of iemand goed therapeutisch bezig is. Dat moet wel op hoog tempo en op meerdere niveaus, dus dat is vaak flink schakelen.
En het wordt soms lastig als iemand alle problemen toeschrijft aan het hoogbegaafd zijn of dat hardnekkig blijft doen. Aan de andere kant, het maakt ook verschil op welk moment iemand ontdekt heeft dat (vermoedelijke) hoogbegaafdheid aan de orde is. Of je nog kind was, jongvolwassene, of juist op latere leeftijd. En hoever iemand in dat proces is. In het begin klamp je je veel meer vast aan hoogbegaafdheid als verklaringsmodel, later ontstaat er vaak meer ruimte. Dus in dat opzicht is het ook begrijpelijk dat je hier soms in knel komt te zitten.

Kom je veel “typische” problematiek tegen?
Nou, laat ik eerst stellen dat je hoogbegaafdheid zelf niet als het probleem moet zien, maar eerder als de context waarbinnen klachten zich afspelen. En dan gaat het geregeld over problemen in de sociale interactie, stuklopen op het werk, missen van diepgaand en wezenlijk contact etc. Ook bespreek ik vaak thema’s als een niet herkende HB in de jeugd, je nuttig voelen en thuis voelen in de wereld, en hoe je tot recht kan komen in jouw leven. Of “dubbeldiagnose”: hoogbegaafden melden zich net zoals niet-hoogbegaafden vaak aan in verband met bijvoorbeeld depressie, angst, ADHD, ASS, trauma, burn-out, lastige persoonlijkheidstrekken.
Wie van de norm afwijkt, kan het in het leven extra lastig hebben.

Wat is dan een belangrijke tip?
Je kan in je behandelcontact precies dezelfde patronen en valkuilen tegenkomen als hoogbegaafden in het dagelijks leven ervaren. Het is dan belangrijk dat je daar bewust van bent. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat hoogbegaafden stilvallen tijdens het gesprek omdat ze denken dat je hen niet snapt: “Daar gaan we weer, weer iemand die me niet begrijpt”. Maar jij als behandelaar denkt misschien aan vermijding, terwijl het om terugtrekgedrag gaat.
Leg daarom gerust van te voren uit dat dit ook in jullie behandelcontact kan gebeuren. Geef het gewoon aan als je de hoogbegaafde cliënt niet kunt bijhouden. Aanvaard dat er soms frictie zal zijn. Dat geldt voor beide partijen! Je moet het toch ook met elkaar zien te rooien, als therapeut en cliënt, nietwaar?

Wat vind je, helpt het, om als behandelaar zelf hoogbegaafd te zijn?
Cliënten zullen het over het algemeen wel als prettig ervaren dat je in een hoog tempo kunt werken en snel kan schakelen. En omdat je meer ervaringsdeskundig bent, lukt het veelal beter om een aantal ervaringen en situaties te herkennen. Je cliënt zal deze erkenning ook voelen.
Het kan ook een nadeel zijn. Omdat je onbedoeld in een tunnelvisie of fuik terecht komt. En zelf hoogbegaafd zijn is geen garantie op een match. Bijvoorbeeld als je zelf heel erg op de ratio zit en je cliënt meer op het emotionele gericht is.
Verder kan je ook helemaal niet van een hulpverlener eisen dat die zelf ook hoogbegaafd is, daarvoor zijn er simpelweg te weinig!

Welke wens heb je voor de GGZ?
Hulpverlening die is afgestemd op hoogbegaafde volwassenen is nog schaars. Maar ook voor de hulpverleners zelf is er veel te weinig.
Je krijgt het bijvoorbeeld nergens in de opleiding tot psycholoog, je moet zelf je kennis en nascholing bij elkaar scharrelen. Meer specialisering maar ook meer gespecialiseerde hulpverleners zijn broodnodig. Ik zou mijn collega’s die al met hoogbegaafden werken willen stimuleren elkaar op te zoeken. Leg contact met elkaar en help elkaar. Zo vergroot je je netwerk en de onderlinge vindbaarheid.
Maar ik zou al blij zijn als binnen de brede reguliere GGZ in ieder geval basale kennis aanwezig is en er een doorverwijsnetwerk tot stand komt. Zodat ook de groep hoogbegaafden een passend hulpaanbod krijgt.

Voel je je als hulpverlener in de GGZ aangesproken door de oproep van Monica, om verbinding te zoeken met andere collega’s die werken met hoogbegaafde patiënten in de GGZ? Hier vind je meer informatie over (aanmelding voor) de intervisiegroepen van het LKPHB.

Word donateur!

Het LKPHB is een stichting en kent deelnemende instellingen en donateurs.

Met het opzetten en uitbouwen van dit kennisnetwerk zijn verschillende kosten gemoeid. Daarnaast willen we investeren in het specifieke (kennis)aanbod op deze website en in wetenschappelijk onderzoek naar psychiatrie en hoogbegaafdheid. Alle verdiensten komen enkel ten goede aan de missie van de stichting. Het kennisnetwerk beschikt over een ANBI-status.

Wilt u dit kennisnetwerk financiëel steunen, dan kunt u dit kenbaar maken via info@kennisnetwerkphb.nl.


Ook kunt u direct uw donatie overmaken op
IBAN-nummer NL09 RABO 0368 2272 19 ten name van Stichting Landelijk Kennisnetwerk Psychiatrie en Hoogbegaafdheid