Wieteke Avontuur werkt bij GGZ Breburg. Hier is zij al zo’n kleine zeven jaar bezig om hoogbegaafdheid op de kaart te zetten en de kennis en kunde binnen GGZ Breburg over hoogbegaafdheid (HB) te vergroten. Wieteke kwam, zoals velen, voor het eerst in aanraking met HB via één van haar kinderen. Ze ging zich verdiepen in het onderwerp en maakte al snel de verbinding met de patiënten die zij zag in haar werk als SPV. Dit was het begin van een specialisatie op het gebied van hoogbegaafdheid in de psychiatrie. Om haar kennis te vergroten deed ze een cursus bij het Rino, sloot ze zich aan bij het IHBV en organiseerde ze mede de HB-cafés in Breda. Daarnaast las ze alles wat er maar te vinden was over HB en bezocht ze veel sprekers over het onderwerp. Met dit alles deed ze veel kennis en ervaring op en werd het een steeds groter en serieuzer onderdeel van haar werk in de GGZ. Ook is zij één van de mede-oprichters van het Landelijk Kennisnetwerk Psychiatrie en Hoogbegaafdheid (LKPHB) en geeft zij als algemeen bestuurslid van de stichting mede leiding aan de online LKPHB-intervisies voor GGZ-hulpverleners. We zouden het een missie kunnen noemen.
Wat is je missie?
Mijn missie is om van binnenuit de verandering aan te gaan en hoogbegaafdheid op de kaart te zetten in de GGZ. Daarom stak ik de afgelopen jaren mijn hoofd boven het maaiveld uit. Dat vind ik nog steeds moeilijk om te doen, want het is behoorlijk buiten mijn comfortzone, maar ik vind het belangrijk dat de kennis over hoogbegaafdheid vergroot wordt in GGZ-instellingen. Ik zie hoogbegaafdheid als een zijnsvorm en dus essentieel om mee te nemen in de behandeling. Ik stuitte echter op veel weerstand, dat daagde mij uit om duidelijker te worden in mijn uitleg. Nu word ik steeds beter in het uitleggen wat hoogbegaafdheid is en hoe dat er uit kan zien in een behandeling. Langzaam is er steeds meer erkenning dat hoogbegaafdheid iets is waar we wat mee moeten, ook in de GGZ, ondanks dat het geen DSM-classificatie is.
Zou er een DSM-classificatie moeten komen voor hoogbegaafdheid?
Nee, dat vind ik niet nodig; een classificatie op zichzelf heeft geen toegevoegde waarde, want de cliënten die ik zie hebben psychische klachten die al gespecialiseerde zorg nodig hebben. Het zou wel helpend zijn voor een betere maatschappelijke erkenning en eerlijkere financiering indien er in algemene zin zorg nodig. Het is vooral belangrijk dat hoogbegaafdheid gezien en meegenomen wordt in de behandeling, dan pas geef je goede zorg. Ik vind niet dat iedereen een hoogbegaafde patiënt moet kunnen en willen behandelen, niet iedereen heeft daar een goede match mee, dat is geen probleem. Zelf praat ik juist veel in metaforen, wat maakt dat ik voor mijn gevoel niet zo goed match met cliënten met een diagnose in het autismespectrum. Wat van belang is is dat er expertise in huis is en dat deze benut wordt. Ik ben altijd heel blij als een professional weet wat hoogbegaafdheid is (waarbij IQ wat mij betreft niet bovenaan staat), de juiste kennisbronnen weet te raadplegen en zo nodig hulp weet in te roepen. Ik ben daarom ook een groot voorstander van een HB-poli, net zoals je ook LVB-poli’s hebt. In zo’n poli breng je de kennis en kunde samen en kan je bovendien veel kosteneffectiever werken.
Je vertelde dat je veel weerstand hebt ervaren, maar dat dit in de afgelopen jaren verschuift. Waar heeft dat mee te maken?
Maatschappelijk gezien is er toenemend aandacht en ruimte voor, waardoor het een minder “beladen” thema is. Binnen GGZ Breburg merk ik dat het ook helpt dat wij in ons team veel verschillende opleidingsplaatsen hebben. De opleidingscontext brengt veel professionals in contact met mij en daarmee het thema hoogbegaafdheid. Zij vergaren zo alertheid met betrekking tot HB en gaan vervolgens de organisatie in met deze kennis op zak. Dat werkt als een olievlek. Met als gevolg dat ik in de organisatie steeds vaker benaderd wordt om mee te denken of behandelen in een casus.
Wat vind jij belangrijk voor een GGZ-professional om te weten over HB in relatie tot behandelen en begeleiden?
Allereerst is het belangrijk dat ze zich verdiepen in wat hoogbegaafdheid is. In het contact met patiënten is het belangrijk dat professionals zich bewust zijn van de gelaagdheid en de differentiatie van de hoogbegaafde client. Die gelaagdheid en differentiatie zit in het denken, spreken en voelen. Het detail, bijvoorbeeld de precies juiste woorden, is voor de hoogbegaafde client van belang. Een te ééndimensionale benadering door een professional kan tot veel frustratie leiden. Dus wees als professional nieuwsgierig en probeer de gelaagdheid te begrijpen. Als de zichtbaar boze client je bijvoorbeeld zegt dat het geen boosheid is, ga dan pluizen, pluizen en nog eens pluizen om de nuance samen met je cliënt te begrijpen. Als je opvallend gedrag ziet bij je client, durf dan te kijken achter het gedrag en maak gebruik van directe en eerlijke communicatie. Het gedrag kan namelijk ook samenhangen met hoogbegaafdheid. Daarnaast is het voor een hoogbegaafde patiënt denk ik belangrijk om de mogelijkheid te erkennen dat je beiden op een andere golflengte functioneert en dat dit dan vaak de communicatie bemoeilijkt. Dat is niet alleen tussen de hoogbegaafde client en de professional een thema. Dat komt de hoogbegaafde client overal tegen in het dagelijks leven.
Je organiseerde HB-cafés in Breda, dat heeft niet perse te maken met de GGZ, waarom ben je dat gaan doen?
Bij een HB-café is iedereen welkom die geïnteresseerd is in hoogbegaafdheid. Het is een plek waar hoogbegaafden zichzelf en elkaar kunnen vinden en kennis kunnen vergaren. Dat laagdrempelige spreekt me aan. Het was voor mij tevens een manier om aantoonbaar te maken dat mijn kennis over hoogbegaafdheid ergens op gebaseerd is omdat een passende opleiding er nog niet was. Ook kreeg ik er de kans om zelf lezingen te geven over basiskennis van hoogbegaafdheid vanuit mijn oogpunt. Ik vind het niet alleen belangrijk dat de kennis bij professionals in de GGZ vergroot wordt, maar ook bij mensen buiten de GGZ die hun eigen hoogbegaafdheid net hebben ontdekt of ermee worstelen en bij hun naasten. Daarbij gebruik ik veel beeldmateriaal en voorbeelden om vooral de connectie met de theorie en het gevoel te maken.
Welke taak of rol heeft de hoogbegaafde client zelf in relatie tot zijn/haar GGZ-professional?
Zichzelf serieus nemen en er alert op zijn of de betrokken professional in staat is om de complexiteit te hanteren. Het is enorm belangrijk om een klik te ervaren. Deze klik betekent dat iemand zich begrepen en verbonden voelt. Ik denk dat dit bij deze doelgroep extra belangrijk is. Daarnaast vind ik het van belang dat patiënten zichzelf leren uitleggen. Dus het vergroten van de eigen kennis over hoe HB er bij jou uit ziet is ook relevant, omdat dit je zal helpen de professional tegenover je hierin mee te nemen.
Tot slot, is er nog iets dat je niet hebt gezegd, maar wel belangrijk vindt om aan de lezer mee te geven?
Blijf een hoogbegaafde patiënt cognitief uitdagen, hoeveel psychische klachten iemand ook heeft. Onderprikkeling kan enorm belemmerd zijn in het herstelproces. Wees verrassend en niet voorspelbaar in je behandeling. Spring mee van de hak op de tak en ga samen sparren. Dan komt vanzelf aan bod waar het over moet gaan. Dat zijn de mooiste, waardevolste gesprekken!